. . . . . . . . "June 2019"@en . . . . . . "\u062A\u0635\u0631\u064A\u0641 \u0627\u0644\u0623\u0641\u0639\u0627\u0644 \u0627\u0644\u0647\u0648\u0644\u0646\u062F\u064A\u0629"@ar . . . . "with its vowel change, it looks strong to me"@en . . "September 2020"@en . . "\u0647\u0630\u0647 \u0627\u0644\u0645\u0642\u0627\u0644\u0629 \u062A\u0648\u0636\u062D \u062A\u0635\u0631\u064A\u0641 \u0623\u0641\u0639\u0627\u0644 \u0627\u0644\u0644\u063A\u0629 \u0627\u0644\u0647\u0648\u0644\u0646\u062F\u064A\u0629."@ar . . . . . . . "41319"^^ . . "Dit artikel behandelt de vervoeging van werkwoorden in het Nederlands. Hier zullen geen complete vervoegingen gegeven worden. Een vervoeging is het veranderen van de vorm van een werkwoord om bijvoorbeeld de persoon (enkelvoud of meervoud: ik loop, wij lopen) of de tijd (verleden, heden, toekomst: ik loop, ik liep) aan te geven."@nl . . "1029686093"^^ . . . . . . . . . . "Dit artikel behandelt de vervoeging van werkwoorden in het Nederlands. Hier zullen geen complete vervoegingen gegeven worden. Een vervoeging is het veranderen van de vorm van een werkwoord om bijvoorbeeld de persoon (enkelvoud of meervoud: ik loop, wij lopen) of de tijd (verleden, heden, toekomst: ik loop, ik liep) aan te geven."@nl . "\u0647\u0630\u0647 \u0627\u0644\u0645\u0642\u0627\u0644\u0629 \u062A\u0648\u0636\u062D \u062A\u0635\u0631\u064A\u0641 \u0623\u0641\u0639\u0627\u0644 \u0627\u0644\u0644\u063A\u0629 \u0627\u0644\u0647\u0648\u0644\u0646\u062F\u064A\u0629."@ar . . . . . "Dutch conjugation"@en . . . . . . . "This article explains the conjugation of Dutch verbs."@en . . . . . . "This article explains the conjugation of Dutch verbs."@en . . . . "So does \"herin\" sound unnatural or is there no such word? Also, is ?\"Ik herricht de kamer in\" possible in colloquial speech?"@en . . . . "Werkwoordsvervoegingen in het Nederlands"@nl . . "5167735"^^ . . . .