"1121880767"^^ . "NT"@en . "Halocarpus bidwillii (Engels: bog pine) is een conifeer uit de familie Podocarpaceae. Het is een veeltakkige struik of kleine boom die een groeihoogte bereikt tot 4,8 meter. De stevige schors bladdert af in onregelmatige vellen en heeft een grijze kleur. Meestal is de schors bedekt met korstmossen. zichtbaar oppervlak grijs, meestal bedekt met korstmossen, onderzijde rood tot roodbruin. De kleine takjes zijn aanvankelijk vierhoekig en slank. Het loof heeft een bronsgroene of geelgroene kleur, vaak rood getint. De vruchten bestaan uit een donkerbruin, zwartbruin tot donker paarsbruin zaad. Deze zaden zitten in een vlezige, wasachtige witte nap. De soort is endemisch in Nieuw-Zeeland, waar deze voorkomt in bergachtige gebieden van het schiereiland Coromandel op het Noordereiland tot in het uiterste zuiden van het Zuidereiland en op het Stewarteiland. Naarmate de breedtegraad in zuidelijke richting toeneemt, groeit hij op lagere hoogten. Hij groeit vooral langs randen van moerassen, in venen, vochtige heidevelden, rivierbeddingen en ook op droge stenige grond en polgraslanden. De soort staat op de Rode Lijst van de IUCN geklasseerd als 'niet bedreigd'. De soort is vernoemd naar botanicus . \n* Schors \n* Loof \n* Vruchten"@nl . . "NZTCS"@en . . . . "Halocarpus bidwillii (Engels: bog pine) is een conifeer uit de familie Podocarpaceae. Het is een veeltakkige struik of kleine boom die een groeihoogte bereikt tot 4,8 meter. De stevige schors bladdert af in onregelmatige vellen en heeft een grijze kleur. Meestal is de schors bedekt met korstmossen. zichtbaar oppervlak grijs, meestal bedekt met korstmossen, onderzijde rood tot roodbruin. De kleine takjes zijn aanvankelijk vierhoekig en slank. Het loof heeft een bronsgroene of geelgroene kleur, vaak rood getint. De vruchten bestaan uit een donkerbruin, zwartbruin tot donker paarsbruin zaad. Deze zaden zitten in een vlezige, wasachtige witte nap."@nl . . "4113721"^^ . . "25198"^^ . . . . . . "Halocarpus bidwillii \u00E4r en barrtr\u00E4dart som f\u00F6rst beskrevs av Joseph Dalton Hooker och , och fick sitt nu g\u00E4llande namn av . Halocarpus bidwillii ing\u00E5r i sl\u00E4ktet Halocarpus och familjen Podocarpaceae. IUCN kategoriserar arten globalt som livskraftig. Inga underarter finns listade i Catalogue of Life."@sv . . "Halocarpus bidwillii ist eine der drei Nadelgeh\u00F6lzarten aus der Gattung Halocarpus in der Familie der Steineibengew\u00E4chse (Podocarpaceae). Die Art ist in Neuseeland heimisch."@de . . . . . . . . . . "Halocarpus bidwillii"@sv . . "Halocarpus bidwillii"@uk . . . . . "Halocarpus bidwillii, commonly known as the mountain pine or bog pine, is a species of conifer in the family Podocarpaceae. It is endemic to New Zealand. It is an evergreen shrub favouring both bogs and dry stony ground, seldom growing to more than 3.5 m (11 ft) high. The leaves are scale-like on adult plants, 1\u20132 mm (0.039\u20130.079 in) long, arranged spirally on the shoots; young seedlings and occasional shoots on older plants have soft strap-like leaves 5\u201310 mm (0.20\u20130.39 in) and 1\u20131.5 mm (0.039\u20130.059 in) broad. The seed cones are highly modified, berry-like, with a white aril surrounding the single 2\u20133 mm (0.079\u20130.118 in) long seed."@en . . . . "Halocarpus bidwillii \u00E4r en barrtr\u00E4dart som f\u00F6rst beskrevs av Joseph Dalton Hooker och , och fick sitt nu g\u00E4llande namn av . Halocarpus bidwillii ing\u00E5r i sl\u00E4ktet Halocarpus och familjen Podocarpaceae. IUCN kategoriserar arten globalt som livskraftig. Inga underarter finns listade i Catalogue of Life."@sv . . . . . . "Quinn"@en . . "Halocarpus bidwillii ist eine der drei Nadelgeh\u00F6lzarten aus der Gattung Halocarpus in der Familie der Steineibengew\u00E4chse (Podocarpaceae). Die Art ist in Neuseeland heimisch."@de . . . . . . . "Halocarpus bidwillii"@nl . . . . "IUCN3.1"@en . . . . . . . . . . . . . . . . . "Halocarpus bidwillii"@cs . . . . . . . . "Halocarpus bidwillii"@en . . "LC"@en . . . . . . "Halocarpus bidwillii je st\u00E1lezelen\u00FD pol\u00E9hav\u00FD nebo vzp\u0159\u00EDmen\u00FD, dvoudom\u00FD ke\u0159 (\u0159\u00EDdce i nevysok\u00FD strom) s drobn\u00FDmi, p\u0159itla\u010Den\u00FDmi listy. Tato konifera je na Nov\u00E9m Z\u00E9landu p\u016Fvodn\u00EDm druhem a spole\u010Dn\u011B s dal\u0161\u00EDmi dv\u011Bma podobn\u00FDmi, Halocarpus biformis a Halocarpus kirkii, jsou novoz\u00E9landsk\u00FDmi endemity. D\u0159evina se vyskytuje pouze na Nov\u00E9m Z\u00E9landu, na Severn\u00EDm, Ji\u017En\u00EDm i Stewartov\u011B ostrov\u011B. \u010Casto vyr\u016Fst\u00E1 na Ji\u017En\u00EDm, nerovnom\u011Brn\u011B na Severn\u00EDm ostrov\u011B. Byla tak\u00E9 vysazena a roste v Botanick\u00E9 zahrad\u011B v Praze v Tr\u00F3ji."@cs . . . "bidwillii"@en . "Halocarpus bidwillii \u2014 \u0445\u0432\u043E\u0439\u043D\u0430 \u0440\u043E\u0441\u043B\u0438\u043D\u0430 \u0440\u043E\u0434\u0438\u043D\u0438 \u043F\u043E\u0434\u043E\u043A\u0430\u0440\u043F\u043E\u0432\u0438\u0445. \u041B\u0430\u0442\u0438\u043D\u0441\u044C\u043A\u0430 \u0432\u0438\u0434\u043E\u0432\u0430 \u043D\u0430\u0437\u0432\u0430 \u043D\u0430\u0434\u0430\u043D\u0430 \u043D\u0430 \u0447\u0435\u0441\u0442\u044C \u0414\u0436\u043E\u043D\u0430 \u041A\u0435\u0440\u043D\u0430 \u0411\u0456\u0434\u0432\u0456\u043B\u044F (John Carne Bidwill, 1815\u20141853) \u2014 \u0440\u0430\u043D\u043D\u044C\u043E\u0433\u043E \u0437\u0431\u0438\u0440\u0430\u0447\u0430 \u0440\u043E\u0441\u043B\u0438\u043D \u0443 \u041D\u043E\u0432\u0456\u0439 \u0417\u0435\u043B\u0430\u043D\u0434\u0456\u0457."@uk . . "Halocarpus bidwillii"@de . . . . . . . . . . . . . "Halocarpus"@en . "Halocarpus bidwillii je st\u00E1lezelen\u00FD pol\u00E9hav\u00FD nebo vzp\u0159\u00EDmen\u00FD, dvoudom\u00FD ke\u0159 (\u0159\u00EDdce i nevysok\u00FD strom) s drobn\u00FDmi, p\u0159itla\u010Den\u00FDmi listy. Tato konifera je na Nov\u00E9m Z\u00E9landu p\u016Fvodn\u00EDm druhem a spole\u010Dn\u011B s dal\u0161\u00EDmi dv\u011Bma podobn\u00FDmi, Halocarpus biformis a Halocarpus kirkii, jsou novoz\u00E9landsk\u00FDmi endemity. D\u0159evina se vyskytuje pouze na Nov\u00E9m Z\u00E9landu, na Severn\u00EDm, Ji\u017En\u00EDm i Stewartov\u011B ostrov\u011B. \u010Casto vyr\u016Fst\u00E1 na Ji\u017En\u00EDm, nerovnom\u011Brn\u011B na Severn\u00EDm ostrov\u011B. Byla tak\u00E9 vysazena a roste v Botanick\u00E9 zahrad\u011B v Praze v Tr\u00F3ji."@cs . . . . . "Halocarpus bidwillii, commonly known as the mountain pine or bog pine, is a species of conifer in the family Podocarpaceae. It is endemic to New Zealand. It is an evergreen shrub favouring both bogs and dry stony ground, seldom growing to more than 3.5 m (11 ft) high. The leaves are scale-like on adult plants, 1\u20132 mm (0.039\u20130.079 in) long, arranged spirally on the shoots; young seedlings and occasional shoots on older plants have soft strap-like leaves 5\u201310 mm (0.20\u20130.39 in) and 1\u20131.5 mm (0.039\u20130.059 in) broad. The seed cones are highly modified, berry-like, with a white aril surrounding the single 2\u20133 mm (0.079\u20130.118 in) long seed."@en . . . . . . . "Halocarpus bidwillii \u2014 \u0445\u0432\u043E\u0439\u043D\u0430 \u0440\u043E\u0441\u043B\u0438\u043D\u0430 \u0440\u043E\u0434\u0438\u043D\u0438 \u043F\u043E\u0434\u043E\u043A\u0430\u0440\u043F\u043E\u0432\u0438\u0445. \u041B\u0430\u0442\u0438\u043D\u0441\u044C\u043A\u0430 \u0432\u0438\u0434\u043E\u0432\u0430 \u043D\u0430\u0437\u0432\u0430 \u043D\u0430\u0434\u0430\u043D\u0430 \u043D\u0430 \u0447\u0435\u0441\u0442\u044C \u0414\u0436\u043E\u043D\u0430 \u041A\u0435\u0440\u043D\u0430 \u0411\u0456\u0434\u0432\u0456\u043B\u044F (John Carne Bidwill, 1815\u20141853) \u2014 \u0440\u0430\u043D\u043D\u044C\u043E\u0433\u043E \u0437\u0431\u0438\u0440\u0430\u0447\u0430 \u0440\u043E\u0441\u043B\u0438\u043D \u0443 \u041D\u043E\u0432\u0456\u0439 \u0417\u0435\u043B\u0430\u043D\u0434\u0456\u0457."@uk . . .