. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . "Dans la s\u00E9quence d'\u00E9tapes culturelles propos\u00E9e pour la premi\u00E8re fois dans Archaeology of the Americas par Gordon Willey et Philip Phillips en 1958, l'\u00E8re lithique ou p\u00E9riode lithique (aussi appel\u00E9 p\u00E9riode pal\u00E9o-indienne) \u00E9tait la p\u00E9riode la plus ancienne de l'occupation humaine dans les Am\u00E9riques, tandis que les chasseurs-cueilleurs post-glaciaires se propageaient \u00E0 travers les Am\u00E9riques. Elle tire son nom de l'\u00E9clat (Lithic flake en anglais) des premiers outils de pierre. Le terme Pal\u00E9o-Indien est une alternative, g\u00E9n\u00E9ralement en indiquant la m\u00EAme p\u00E9riode."@fr . . . . . . . . . . "Paleoindiansk tid"@sv . . . . . . . . . . . . . . . . . . "Dans la s\u00E9quence d'\u00E9tapes culturelles propos\u00E9e pour la premi\u00E8re fois dans Archaeology of the Americas par Gordon Willey et Philip Phillips en 1958, l'\u00E8re lithique ou p\u00E9riode lithique (aussi appel\u00E9 p\u00E9riode pal\u00E9o-indienne) \u00E9tait la p\u00E9riode la plus ancienne de l'occupation humaine dans les Am\u00E9riques, tandis que les chasseurs-cueilleurs post-glaciaires se propageaient \u00E0 travers les Am\u00E9riques. Elle tire son nom de l'\u00E9clat (Lithic flake en anglais) des premiers outils de pierre. Le terme Pal\u00E9o-Indien est une alternative, g\u00E9n\u00E9ralement en indiquant la m\u00EAme p\u00E9riode. Tout au long de l'Am\u00E9rique du Sud, il y a des traditions d'outils en pierre qui datent de l'\u00E8re lithique, tels que le fluted fishtail qui refl\u00E8tent l'adaptation localis\u00E9e \u00E0 la diversit\u00E9 des habitats du continent. Les indications et les dates de la fin de l'\u00E8re Lithique varient selon les r\u00E9gions. L'utilisation de textiles, de poteries et le remplacement progressif des chasseurs-cueilleurs par l'agriculture et l'\u00E9levage seraient tous des facteurs. Les dates de fin varient, mais sont autour de 5000 \u00E0 3000 ans av. J.-C. dans de nombreux domaines. Le stade Archa\u00EFque est le terme le plus largement utilis\u00E9 pour l'\u00E9tape suivante, m\u00EAme si la culture du coton en Am\u00E9rique du sud peut bousculer cette classification. Une des figures de proue est Alex Krieger qui a document\u00E9 des centaines de sites sur lesquels on a d\u00E9couvert des outils en pierre. La preuve la plus convaincante d'une \u00E8re lithique est la d\u00E9couverte d'outils en pierre datant de plus de 20 000 ans en Am\u00E9rique du Sud. Pour l'Am\u00E9rique du Nord, l'\u00E8re lithique englobe la p\u00E9riode Pal\u00E9o-Indienne qui peut par la suite \u00EAtre divis\u00E9e en plusieurs \u00E9tapes sp\u00E9cifiques. Des Exemples de peuples de cette \u00E9poque incluent la Culture Clovis et la Tradition Folsom. 1. \n* L'\u00E8re lithique. 2. \n* L'\u00E8re archa\u00EFque, entre autres l'\u00E8re archa\u00EFque de l'Am\u00E9rique du Nord. 3. \n* L'\u00E8re formative. 4. \n* L'\u00E8re classique. 5. \n* L'\u00E8re post-classique."@fr . . . . . . . . . . . "Paleoindiansk tid \u00E4r enligt Gordon Willey och Philip Phillips sedan 1958, ett f\u00F6reslagen tidsera som b\u00F6rjar f\u00F6r omkring 20 000 \u00E5r sedan. Tidseran anv\u00E4nds f\u00F6r Amerika. Termen syftar p\u00E5 paleoindianer eller paleoamerikaner, det vill s\u00E4ga de m\u00E4nniskor som f\u00F6rst invandrade till Amerika f\u00F6r cirka 18 500\u201315 500 \u00E5r sedan. Detta f\u00F6rsta litiska stadium omfattade tv\u00E5 huvudfaser i stenteknologin."@sv . . . . . . . . . . . . . . . . "In the sequence of cultural stages first proposed for the archaeology of the Americas by Gordon Willey and Philip Phillips in 1958, the Lithic stage was the earliest period of human occupation in the Americas, as post-glacial hunter gatherers spread through the Americas. The stage derived its name from the first appearance of Lithic flaked stone tools. The term Paleo-Indian is an alternative, generally indicating much the same period. The Lithic stage was followed by the Archaic stage."@en . "In the sequence of cultural stages first proposed for the archaeology of the Americas by Gordon Willey and Philip Phillips in 1958, the Lithic stage was the earliest period of human occupation in the Americas, as post-glacial hunter gatherers spread through the Americas. The stage derived its name from the first appearance of Lithic flaked stone tools. The term Paleo-Indian is an alternative, generally indicating much the same period. This stage was conceived as embracing two major categories of stone technology: (1) unspecialized and largely unformulated core and flake industries, with percussion the dominant and perhaps only technique employed, and (2) industries exhibiting more advanced \"blade\" techniques of stoneworking, with specialized fluted or unfluted lanceolate points the most characteristic artifact types. Throughout South America, there are stone tool traditions of the lithic stage, such as the \"fluted fishtail\", that reflect localized adaptations to the diverse habitats of the continent. The indications and timing of the end of the Lithic stage vary between regions. The use of textiles, fired pottery, and start of the gradual replacement of hunter gatherer lifestyles with agriculture and domesticated animals would all be factors. End dates vary, but are around 5,000 to 3,000 BCE in many areas. The Archaic stage is the most widely used term for the succeeding stage, but in the periodization of pre-Columbian Peru, the Cotton Pre-Ceramic may be used. As in the Norte Chico civilization, cultivated cotton seems to have been very important in economic and power relations, from around 3,200 BCE. Archeologist Alex Krieger has documented hundreds of sites that have yielded crude, percussion-flaked tools. The most convincing evidence for a lithic stage is based upon data recovered from sites in South America, where such crude tools have been found and dated to more than 20,000 years ago. In North America, the time encompasses the Paleo-Indian period, which subsequently is divided into more specific time terms, such as Early Lithic stage or Early Paleo-Indians, and Middle Paleo-Indians or Middle Lithic stage. Examples include the Clovis culture and Folsom tradition groups. The Lithic stage was followed by the Archaic stage."@en . . . . . . . . . "De lithische periode (Engels: Lithic stage), ook wel paleo-indiaanse periode genoemd, omvat de vroegste periode van menselijke bewoning in de Amerika's, van het Laat Pleistoceen (126.000 - 11.700 jaar geleden) tot omstreeks 8000 v.Chr.. De periode ontleent zijn naam aan de vroegste vondsten van stenen gereedschappen in de Nieuwe Wereld. De fase omvat twee categorie\u00EBn van steenbewerkingstechnieken: 1. \n* Ongespecialiseerde en grotendeels weinig gedefinieerde - en afslagindustrie\u00EBn, met de dominante en misschien enige toegepaste techniek 2. \n* Zeer geavanceerde tweezijdige drukbewerkingstechnieken, met gespecialiseerde bladvormige klingen met of zonder bevestigingsgroef als de meest karakteristieke types Het meest overtuigende bewijs voor de vroege lithische periode is gebaseerd op vondsten van sites in Zuid-Amerika waar dergelijke ruwe afslaggereedschappen zijn gevonden en op meer dan 20.000 jaar geleden gedateerd. Een van de oudste vindplaatsen is Monte Verde in Chili. Het vroege voorkomen (v\u00F3\u00F3r er een landverbinding tussen Siberi\u00EB en Alaska bestond) wijst op een vroege kolonisatie van de Amerika's via de kust. De tweede fase begint met de Cloviscultuur in Noord-Amerika (vanaf 11.500 v.Chr.). Vanwege de plotseling zeer veel geavanceerdere techniek werd er vanuitgegaan dat deze het gevolg was van een nieuwe immigratie uit het laat-paleolithische Eurazi\u00EB, ditmaal via de Beringlandbrug. Recent genetisch onderzoek toont echter geen verschil tussen de Clovis- en Pre-Clovismensen. Dat maakt de technische vooruitgang van de vuursteenbewerking ofwel een volledig inheemse ontwikkeling of het gevolg van contacten met de Oude Wereld die niet tot een aantoonbare genetische invloed geleid hebben. In heel Zuid-Amerika zijn er stenen gereedschaptradities van het tweede stadium, zoals de \"vissestaart met aanzetgroef\" (fluted fishtail) die plaatselijke aanpassingen aan de diverse habitats van het continent weerspiegelen. Tijdens de lithische periode leefden de mensen in vrij kleine, mobiele groepen die zich bezighielden met jagen, vissen en planten verzamelen. Het intensieve en voortdurende gebruik van wilde planten en dieren leidde uiteindelijk tot genetische veranderingen bij enkele van deze plant- en diersoorten en tot domesticatie. De levenswijze werd voortgezet tot rond 5000 v.Chr. toen de mensen deze gedomesticeerde planten en dieren begonnen te gebruiken. De lithische periode wordt opgevolgd door de archa\u00EFsche periode."@nl . . . . . "Lithic stage"@en . . . . . . . . . . "11391"^^ . . "1801187"^^ . . . . . . "Paleoindiansk tid \u00E4r enligt Gordon Willey och Philip Phillips sedan 1958, ett f\u00F6reslagen tidsera som b\u00F6rjar f\u00F6r omkring 20 000 \u00E5r sedan. Tidseran anv\u00E4nds f\u00F6r Amerika. Termen syftar p\u00E5 paleoindianer eller paleoamerikaner, det vill s\u00E4ga de m\u00E4nniskor som f\u00F6rst invandrade till Amerika f\u00F6r cirka 18 500\u201315 500 \u00E5r sedan. Indelningen av kulturstadier i Amerika f\u00F6reslogs av Gordon Willey och Philip Phillips 1958. De kallade den \u00E4ldsta fasen Lithic stage efter f\u00F6rsta upptr\u00E4dandet av slagna stenverktyg i Nordamerika. Termen Paleoindiansk tid \u00E4r en alternativ beteckning f\u00F6r samma tid som Willey och Phillips ans\u00E5g vara s\u00E4mre p\u00E5 grund av m\u00F6jligheten till missf\u00F6rst\u00E5nd av begreppet indian. Termen lanserades i boken Method and Theory in American Archaeology Detta f\u00F6rsta litiska stadium omfattade tv\u00E5 huvudfaser i stenteknologin. \n* Ospecialiserade och till stor del obearbetade k\u00E4rnor och avslag fr\u00E5n dessa med, rena avslag som dominerande teknik. \n* Tillverkning med mer avancerad sp\u00E5nteknik i stenteknologin med speciella lansettspetsar med eller utan retusch som mest karakteristiska artefakt. De mest \u00F6vertygande bevisen f\u00F6r den tidiga litiska perioden baseras p\u00E5 fynd fr\u00E5n platser i Sydamerika. D\u00E4r har det hittats enklare grova stenredskap och de har daterats till en \u00E5lder \u00F6ver 20 000 \u00E5r. En av de \u00E4ldsta platserna \u00E4r Monte Verde i Chile. Den tidpunkten \u00E4r innan landbryggan mellan Sibirien och Alaska existerade och antyder att Amerika koloniserades utmed kusterna. Den andra fasen b\u00F6rjar med Cloviskulturen i Nordamerika fr\u00E5n 11,500 f Kr. \u00C4ven Folsomkulturen \u00E4r ett exempel p\u00E5 mer avancerad sp\u00E5nteknik. Denna mycket mer avancerade stenteknik antogs vara ett resultat en ny immigration individer fr\u00E5n kulturer i senpaleolitska Eurasien via Beringlandbryggan.. Emellertid visar nyare genetisk forskning inte n\u00E5gon skillnad mellan Clovis folk och folk f\u00F6re Clovis. Det g\u00F6r att stenteknologins snabba utveckling antingen \u00E4r en snabb utveckling av egen kraft eller resultatet av kontakter med gamla v\u00E4rlden som inte har satt n\u00E5gra genetiska sp\u00E5r hos den nordamerikanska befolkningen. I Sydamerika finns ocks\u00E5 artefakter fr\u00E5n andra stadiet de b\u00E4sta exemplen \u00E4r s\u00E5 kallade fiskstj\u00E4rtspetsar. Under den s\u00E5 kallade litiska perioden levde m\u00E4nniskorna i sm\u00E5 grupper, som var r\u00F6rliga och jagade, fiskade och samlade \u00E4tliga v\u00E4xter. Utnyttjande av v\u00E4xter och djur ledde s\u00E5 sm\u00E5ningom till genetiska f\u00F6r\u00E4ndringar i vissa v\u00E4xter och djur som b\u00F6rjade domesticeras. Detta s\u00E4tt att leva fortsatte till omkring 5000 f. Kr men d\u00E5 b\u00F6rjade domesticeringen sl\u00E5 igenom. Tecken p\u00E5 att en ny period b\u00F6rjar varierar mellan olika regioner. Anv\u00E4ndningen av textilier, keramik och den gradvisa ers\u00E4ttningen av j\u00E4gare och samlare med jordbruk,tamboskap \u00E4r alla delar i denna process. Slutdatum varierar men \u00E4r runt 5000 f. Kr. till 3000 f Kr i m\u00E5nga omr\u00E5den. Den litiska perioden f\u00F6ljdes sedan av den s\u00E5 kallade arkaiska perioden. Men detta kompliceras av den tidiga bomullsodlingen i Sydamerika. En bok som behandlar syd\u00F6stra Nordamerika \u00E4r Prehistoric Indians of the Southeast: Archaeology of Alabama and the Middle South av John A. Walthall. Boken behandlar regionens arkeologi under 11 000 \u00E5r fr\u00E5n 9000 f Kr till 1750 d\u00E5 de vita nybyggarna har etablerat sig i regionen. Boken bygger fynd p\u00E5 amat\u00F6rarkeologer och professionella. Utbyggnader av motorv\u00E4gar och vattenkraftsdammar g\u00F6r att arbetet med att bevara det f\u00F6rhistoriska kulturarvet har f\u00E5tt p\u00E5skyndas. Gordon Wiley \u00E4r en av 11 arkeologer som skildras i The Pastmasters : eleven modern pioneers of archaeology av Glyn Daniel och Christopher Chippindale. En av de ledande forskarna inom omr\u00E5det \u00E4r som har dokumenterat hundratals fyndplatser d\u00E4r stenverktyg har uppt\u00E4ckts. De mest \u00F6vertygande exemplen p\u00E5 denna litiska eras f\u00F6rsta fas \u00E4r de som hittats i Sydamerika."@sv . . . "\u00C8re lithique"@fr . . . . . "Lithische periode"@nl . . . . . . . . . . . . . . . . . "1118182816"^^ . . "De lithische periode (Engels: Lithic stage), ook wel paleo-indiaanse periode genoemd, omvat de vroegste periode van menselijke bewoning in de Amerika's, van het Laat Pleistoceen (126.000 - 11.700 jaar geleden) tot omstreeks 8000 v.Chr.. De periode ontleent zijn naam aan de vroegste vondsten van stenen gereedschappen in de Nieuwe Wereld. De fase omvat twee categorie\u00EBn van steenbewerkingstechnieken: De lithische periode wordt opgevolgd door de archa\u00EFsche periode."@nl . . . . . . .