"40599272"^^ . . "Mermis nigrescens is a species of nematode known commonly as the grasshopper nematode. It is distributed in the Americas, Europe, and Asia. It occurs in Tasmania, but it has not been observed on mainland Australia. It has been rarely observed in Africa. It is a parasite of insects, especially grasshoppers."@en . . . . "9173"^^ . . . . . . . . . . "Mermis nigrescens \u2013 gatunek nicieni z rodzaju Mermis. Wyst\u0119puje w obu Amerykach, Europie i Azji oraz na Tasmanii, ale nie by\u0142 obserwowany w Australii kontynentalnej. Rzadko spotykany w Afryce. Jest paso\u017Cytem owad\u00F3w, zw\u0142aszcza szara\u0144czowatych, zwanych potocznie konikami polnymi."@pl . . . "Mermis nigrescens \u00E4r en rundmaskart. Mermis nigrescens ing\u00E5r i sl\u00E4ktet Mermis och familjen Mermithidae. Inga underarter finns listade i Catalogue of Life."@sv . "Mermis nigrescens is een parasitaire rondworm die behoort tot de orde . De soort komt voor in Noord- en Zuid-Amerika, Europa, Azi\u00EB, Tasmani\u00EB en sporadisch in Afrika. De rondworm parasiteert insecten, vooral sprinkhanen. Melanoplus bivittatus, Melanoplus femurrubrum, Melanoplus sanguinipes, Hesperotettix viridis, en Schistocerca gregaria worden veel geparasiteerd. Van Mermis nigrescens komen zowel mannetjes en vrouwtjes als hermafrodiete exemplaren voor. Mermis nigrescens lijkt veel op de paardenhaarworm, maar dat is geen rondworm en behoort tot de Nematomorpha. Paardenhaarwormen zijn echter langer met een uniforme donkere kleur en versmallen niet naar de uiteinden."@nl . . . . "Mermis nigrescens \u00E4r en rundmaskart. Mermis nigrescens ing\u00E5r i sl\u00E4ktet Mermis och familjen Mermithidae. Inga underarter finns listade i Catalogue of Life."@sv . . . . "Mermis nigrescens"@uk . . . "Mermis nigrescens"@pl . . . . . "Dujardin, 1842"@en . . . . "Mermis nigrescens is een parasitaire rondworm die behoort tot de orde . De soort komt voor in Noord- en Zuid-Amerika, Europa, Azi\u00EB, Tasmani\u00EB en sporadisch in Afrika. De rondworm parasiteert insecten, vooral sprinkhanen. Melanoplus bivittatus, Melanoplus femurrubrum, Melanoplus sanguinipes, Hesperotettix viridis, en Schistocerca gregaria worden veel geparasiteerd. Van Mermis nigrescens komen zowel mannetjes en vrouwtjes als hermafrodiete exemplaren voor. Mermis nigrescens lijkt veel op de paardenhaarworm, maar dat is geen rondworm en behoort tot de Nematomorpha. Paardenhaarwormen zijn echter langer met een uniforme donkere kleur en versmallen niet naar de uiteinden. Het mannetje is 4 tot 6 centimeter lang en het vrouwtje meer dan 20 centimeter. Het lichaam is lichtbruin en het vrouwtje heeft een donkere streep over de lengte van het lichaam door de aanwezigheid van de tot 14.000 eieren. Het lichaam is glad en wordt smaller naar de kop en naar de staart. De kop en de staart zijn afgerond. De rondworm heeft een zeer dikke cuticula, vier koppapillen, vier lippapillen en twee zijdelings geplaatste amfiden. Het vrouwtje heeft en S-vormige vagina en het mannetje heeft twee spicula. De vrouwelijke Mermis nigrescens-rondworm heeft slechts een oog, waarvan de bouw afwijkt van de ogen van rondwormen die er twee hebben. Deze ogen bevatten melanine als schaduwpigment, terwijl dat bij Mermis nigrescens oxyhemoglobine bevat. Het oog van Mermis nigrescens bestaat uit een holle cilinder. en het rode pigment binnenin is hemoglobine. Deze hemoglobine, meestal als oxyhemoglobine, is dicht geconcentreerd in kristallijne vorm. De cilinder is een ocellus met een soort hoornvlies. Mermis nigrescens heeft coelomyariane spiercellen. Hierbij zijn de spiervezels aangrenzend en loodrecht op de hypodermis en strekken ze zich langs verschillende kanten langs de spiercellen uit. \n* Rondworm op grote groene sabelsprinkhaan \n* Rondworm \n* Dauerlarve \n* Voorste gedeelte en staart \n* Spierlaag bij Mermis nigrescens (coelomyariaan) (rechts) en Caenorhabditis elegans (platymyariaan) (links). De M-line is het middelste deel van een myofibril \n* Fig. 1. Dwarsdoorsnede ongeveer in het midden van het lichaam. Fig. 2. Kopeind. Fig. 3. Staarteind Fig. 4. Enkele spiervezels. Fig. 5. Hersenen (Kopganglien en zenuwring) Fig: 6. Zenuwen verbonden met de spieren. Fig. 7. Verteringsstelsel. Fig. 8. Uitscheidingsorgaan. \n* Fig. 1. Dwarsdoorsnede ongeveer in het midden van het lichaam. Fig. 2. Kopeind. Fig: 6. Zenuwen verbonden met de spieren. Fig. 7. Verteringsstelsel. \n* Legenda: Fig. 1. Dwarsdoorsnede van Mermis nigrescens, ongeveer in het midden van het lichaam, A rugzijde; B buikzijde; a cuticula en vezellaag, b corium (dermis); c longitudinale ribbels van het corium in de middellijn van de buik; d, d laterale longitudinale ribbels van het corium; e spierlaag van de rug; f f zij- of buikspierlagen; g g g de drie uitscheidingsorganen (celbuizen); h buikzenuwbaan; i rugzenuwbaan; baarmoeder gevuld met rijpe eieren; j vetlichaambuis. Fig. 2. Kop van M. nigr., Vanaf de buikzijde. a a zwakke insnijding, het dunste deel van het lichaam; ringvormige binnenwaartse uitstulping van het corium. Oorsprong van de spieren. Bruine zenuwband; b mondholte met mondopening; c ringvormige opening in het corium; d papillen (6); e slokdarm; f corium; g longitudinale spieren; h de twee laterale uitscheidingsorganen; i bovenste uiteinde van het vetlichaam, buis; keelring; Buikganglion van hetzelfde; l bruine kopganglia; m voorste kopganglia; n bovenste slokdarmganglion; o Wortels van de buikzenuwbaan. Fig. 3. Staarteind van M. nigr., gezien vanaf de zijkant. A rugzijde; B buikzijde; a wrat met openingen in de huidlagen; b uiteinde van de cellenbuis; d uiteinde van de vetlichaambuis; e draaiing van de eierstok. Fig. 4. Enkele spierbanen (primitieve spierbundels), sterkere vergroting, a zenuwvezels met terminale driehoeken. Fig. 5. Hersenen (hoofdganglia en slokdarmring) ge\u00EFsoleerd, gezien vanaf de buikzijde. (De letters die de ganglia kenmerken, komen overeen met die in Fig. 2.) a omhulsel van de hersenen; e slokdarm, omgeven door de binnenste en buitenste buis; k onder(buik-): ganglion van de slokdarmring; 1 achterste kopganglia; m voorkopganglia; n bovenste (rug-): ganglion van de slokdarmring; o wortels van de buikzenuwbaan; p wortels van de ruggenmergbaan; q vezelstrengen, die voortkomen uit de voorste kopganglia van voren ontspringen en naar de zes papillen gaand. Fig. 6. Zenuwverbreding op de spieren. a cellenbuis van de buik; b laterale of buikspierlaag; c middelste groef in hetzelfde; d buikzenuwbaan; e zijtakken van hetzelfde. Fig. 7. spijsverteringsstelsel. a slokdarmgroef (halfkanaal); b binnenste buis, die de slokdarm omgeeft, gevuld met sponsachtige substantie; d d zwelling van de binnenste buis; e e maagholte van binnen hetzelfde; f buitenste buis met vergrote kernen; g zijkanalen daarvan, die ontspringen over de maagholten en uitmonden in h vetlichaambuis; i met openingen erin, waar de zijkanalen uitmonden; k zenuwvezels. Fig, 8. Cellenbuis sterkere vergroting. a met cellen met grote worstvormige glanzende kernen; b verder veranderde cellen."@nl . . . "1061951815"^^ . "Mermis nigrescens"@en . "Mermis nigrescens"@nl . . . . . . . . "Mermis nigrescens is a species of nematode known commonly as the grasshopper nematode. It is distributed in the Americas, Europe, and Asia. It occurs in Tasmania, but it has not been observed on mainland Australia. It has been rarely observed in Africa. It is a parasite of insects, especially grasshoppers."@en . . . . . "nigrescens"@en . . "Mermis nigrescens \u2013 gatunek nicieni z rodzaju Mermis. Wyst\u0119puje w obu Amerykach, Europie i Azji oraz na Tasmanii, ale nie by\u0142 obserwowany w Australii kontynentalnej. Rzadko spotykany w Afryce. Jest paso\u017Cytem owad\u00F3w, zw\u0142aszcza szara\u0144czowatych, zwanych potocznie konikami polnymi."@pl . . . . . "Mermis nigrescens"@sv . . "Mermis"@en . . . . . .