rdfs:comment
| - Charles Nicholson (* 1795 in Liverpool; † 26. März 1837 in London) war ein britischer Flötist, der regelmäßig in London auftrat. Zwischen 1816 und 1836 war häufig als Solist der Royal Philharmonic Society und anderer wichtiger Orchester zu hören. Nicholson trat nie außerhalb Großbritanniens auf. Neben seiner Tätigkeit als Instrumentalist gab er auch Unterricht und veröffentlichte eine Reihe von Lehrbüchern, die im 19. Jahrhundert veröffentlicht wurden. (de)
- Charles Nicholson (1795–1837), was a Liverpool-born flautist and composer, who performed regularly in London. He was soloist at many of the Philharmonic Society Concerts from 1816-1836, and first flautist with the principal theater orchestras. He toured extensively in Britain, but never on the Continent. Besides giving classes to many students, he wrote tutors for flute-playing which were published throughout the 19th century. Boehm promptly designed and marketed a new flute, embodying the earliest recognizable features of the modern flute. (en)
- Charles Nicholson (Liverpool, 1795 – Londen, 26 maart 1837) was een Brits fluitist en componist. Hij werd geboren in Liverpool en trad veelvuldig op in Londen. Hij was solist tijdens vele concerten van de in de jaren 1816-1836 en hij was eerste fluitist bij de orkesten van de belangrijkste theaters. Hij maakte tournees in Groot-Brittannië, maar nooit op het Europese vasteland. Hij gaf les aan fluitstudenten en schreef fluitmethodes die gedurende de 19e eeuw uitgegeven werden. Geïnspireerd ontwierp Böhm na zijn terugkeer in München zijn nieuwe fluit, waaruit de moderne dwarsfluit is ontstaan. (nl)
|
has abstract
| - Charles Nicholson (* 1795 in Liverpool; † 26. März 1837 in London) war ein britischer Flötist, der regelmäßig in London auftrat. Zwischen 1816 und 1836 war häufig als Solist der Royal Philharmonic Society und anderer wichtiger Orchester zu hören. Nicholson trat nie außerhalb Großbritanniens auf. Neben seiner Tätigkeit als Instrumentalist gab er auch Unterricht und veröffentlichte eine Reihe von Lehrbüchern, die im 19. Jahrhundert veröffentlicht wurden. (de)
- Charles Nicholson (1795–1837), was a Liverpool-born flautist and composer, who performed regularly in London. He was soloist at many of the Philharmonic Society Concerts from 1816-1836, and first flautist with the principal theater orchestras. He toured extensively in Britain, but never on the Continent. Besides giving classes to many students, he wrote tutors for flute-playing which were published throughout the 19th century. Nicholson used a flute made by George Astor & Co., a London-based firm operating from c1778 to c1831. His father, also a celebrated flautist, modified the instrument, lining the headpiece with metal, enlarging the embouchure and toneholes with a view to making the flute's tone more powerful, yet still delicate, permitting the usual fingerings in the third octave, facilitating glides and vibratos. Once his bravura style on the modified flute had become accepted in London, he licensed several London flute makers such as Clementi & Co., Astor, Rudall and Rose, and Potter to produce the 'Nicholson's Improved'. The structure of his new flute favoured flat keys such as E flat, A flat, and F and C minor. Nicholson's variations on Roslin Castle, in F minor which he wrote in 1836, are typical of the 'National Melodies' in the adagio style in which he excelled. These remained important features of English flute-playing until after 1890. Even though Ardal Powell regards Nicholson as "the first native professional instrumentalist to achieve star status in Britain",Nicholson's present renown owes less to his personal style of playing than to Theobald Boehm's being greatly impressed by the flute's powerful tone on a visit in 1831. Writing to Mr. Broadwood in August 1871, Boehm notes: "I did as well as any continental flutist could have done, in London, in 1831, but I could not match Nicholson in power of tone, wherefore I set to work to remodel my flute. Had I not heard him, probably the Boehm flute would never have been made." He also says "I was struck with the volume of the tone of Nicholson, who was then in the full vigour of his talent. This power was the result of the extraordinary size of the holes of his flute, but it required his marvellous skill and his excellent embouchure to mask the want of accuracy of intonation and equality of tone resulting from the position of the holes, which was incorrect and repugnant to the elementary principles of acoustics". From all accounts Nicholson had uncommonly large hands, and had even larger holes on his personal flute than those on the flutes bearing his name. Boehm promptly designed and marketed a new flute, embodying the earliest recognizable features of the modern flute. (en)
- Charles Nicholson (Liverpool, 1795 – Londen, 26 maart 1837) was een Brits fluitist en componist. Hij werd geboren in Liverpool en trad veelvuldig op in Londen. Hij was solist tijdens vele concerten van de in de jaren 1816-1836 en hij was eerste fluitist bij de orkesten van de belangrijkste theaters. Hij maakte tournees in Groot-Brittannië, maar nooit op het Europese vasteland. Hij gaf les aan fluitstudenten en schreef fluitmethodes die gedurende de 19e eeuw uitgegeven werden. Nicholson speelde op een fluit gemaakt door George Astor & Co., een Londense firma die actief was van ca. 1778 tot ca. 1831. Zijn vader, ook een gevierd fluitist, maakte aanpassingen aan het instrument. Hij gaf het kopstuk een metalen laag en hij vergrootte zowel het embouchuregat als de toongaten om de toon van de fluit krachtiger te maken, terwijl de delicate fluittoon behouden bleef, de grepen in het derde octaaf ongewijzigd bleven en het maken van bindingen en vibrato makkelijker werd. Toen zijn bravourestijl op de aangepaste fluit in Londen was geaccepteerd gaf hij licenties aan diverse Londense fluitbouwers zoals Clementi & Co., Astor, Rudall and Rose, en Potter om de Nicholson's Improved te bouwen. Zijn nieuwe fluit maakte toonsoorten als Es, As en F majeur en c mineur beter speelbaar. Nicholsons variaties op in f mineur die hij schreef in 1836, zijn typisch voor de 'Nationale melodieën' in de adagio-stijl waarin hij excelleerde. Hoewel zelfs de bekende Amerikaanse fluitbouwer en publicist Ardal Powell Nicholson beschouwt als de "eerste fluitist die sterstatus verwierf in Groot-Brittannië", is Nicholson tegenwoordig niet zozeer bekend vanwege zijn fluitspel alswel omdat hij veel indruk maakte op Theobald Böhm tijdens diens bezoek aan Engeland in 1831. Böhm schreef in een brief aan dhr. Broadwood in augustus 1871 "Ik speelde in Londen zo goed als elke fluitist afkomstig van het Europese vasteland had kunnen doen, maar ik was geen partij voor de kracht van de toon van Nicholson, waardoor ik me ertoe zal zetten om mijn fluit opnieuw te ontwerpen. Als ik hem niet gehoord zou hebben zou de Böhm-fluit nooit gemaakt zijn." Hij zei ook: "Ik werd geraakt door het volume van de toon van Nicholson, die toen in de bloei van zijn talent was. Zijn kracht was het resultaat van de buitengewone afmetingen van de toongaten van zijn fluit, maar het maakte dat hij zijn bijzondere vaardigheden en excellente embouchure nodig had om het gebrek aan nauwkeurigheid te maskeren van intonatie en de gelijkheid van toon als gevolg van de onjuiste positie van de gaten, niet strokend met de elementaire beginselen van de akoestiek". Volgens de overlevering had Nicholson ongebruikelijk grote handen. De toongaten op zijn eigen fluit waren groter dan de instrumenten die zijn naam droegen. Geïnspireerd ontwierp Böhm na zijn terugkeer in München zijn nieuwe fluit, waaruit de moderne dwarsfluit is ontstaan. (nl)
|